Actief werken met voorbeelden: Zullen de leerlingen dan niet kopïeren?

Bij feedback in de klas hechten we veel belang aan het bijbrengen van heldere kwaliteitsverwachtingen bij leerlingen. “Wat is er nodig om voldoende, goed of uitstekend te scoren? Hoe weet je als leerling of je een bepaald doel bereikt hebt?” Hoe complexer de taak, hoe moeilijker om dit duidelijk te maken. Rubrics en criterialijsten kunnen helpen, maar leerlingen lijken ze vaak anders te interpreteren dan je bedoelt.

Leerlingen actief voorbeelden laten analyseren en vergelijken en hierover in gesprek gaan blijkt essentieel om een goed besef van kwaliteit te verkrijgen. Veel collega’s worden getriggerd door het idee om hier meer op in te zetten, maar ervaren twijfel om leerlingen actief met voorbeelden te laten werken omdat ze die voorbeelden zullen kopiëren. Dat is een terechte bekommernis. Het mag niet de bedoeling zijn dat leerlingen de voorbeelden al te letterlijk kunnen kopiëren en zelf hierdoor veel minder inspanningen moeten leveren (en dus minder leren). Toch willen we een aantal ideeën en overwegingen meegeven die je kunnen helpen met omdenken, om te denken in termen van kansen.

Zullen leerlingen de voorbeelden dan niet kopiëren?

Kwaliteitsbesef kun je per definitie pas ontwikkelen door het werken met voldoende voorbeelden. Als je geen voorbeelden geeft, zullen leerlingen inderdaad niet kopiëren, maar ze zullen ook minder leren.

Tot op een bepaald niveau is het goed dat leerlingen aspecten van de werken kopiëren. Vaak willen we leerlingen stappenplannen, terugkerende patronen of procedures aanleren. Het is dan net goed als ze de systematische aanpak van het voorbeeld overnemen. Het zal hen helpen om zich die aanpak eigen te maken en geleidelijk te automatiseren. Om letterlijk kopiëren te vermijden, kun je ervoor kiezen om voorbeelden te nemen van een net wat andere opdracht, maar met voldoende overeenkomsten. Of je wijzigt je nieuwe opdracht enigszins ten opzichte van de opdracht die je had bij je voorbeelden (zie ook https://toetsrevolutie.nl/?p=942).

Originaliteit en creativiteit ontwikkel je niet in een freewheeling omgeving. Creativiteit vraagt vaak hoge discipline in een vakgebied en gaat niet over
random proberen of trial-and-error. Elke creatieve expert heeft zijn inspiratiebronnen. Vanuit die inspiratiebronnen kun je nieuwe, originele dingen creëren. Als je aan een kunstenaar vraagt waar hij de inspiratie vandaan haalt, verwijst die naar voorbeelden van collega’s. Zelden naar kwaliteitscriteria, toch? Sommigen gaan ver en zeggen: ‘Good artists copy, great artists steal.’ Vanuit veel voorbeelden en inspiratiebronnen creëer je een eigen, nieuwe, creatieve en originele mix. Zelfs wanneer leerlingen zaken overnemen, kunnen ze veel leren (zie Sadler, 1989; https://www.creativethinkinghub.com/creative-thinking-and-stealing-like-an-artist/) .

Bij complexere opdrachten is het nodig dat er meerdere, verschillende voorbeelden gedeeld worden. Eén voorbeeld zal niet volstaan. Via meerdere
voorbeelden wordt duidelijk dat er niet één juist antwoord mogelijk is. Je kunt dan samen met de leerlingen zoeken naar de gemeenschappelijke deler of de diepere structuur. En hun eigen opdracht formuleer je weer net iets anders, of ze passen die toe in nieuwe contexten. Zeker als je diepgaand leren beoogt, is het beschikbaar maken van een variatie aan voorbeeldvragen en oefeningen een meerwaarde. Met betrekking tot de klassieke toets staan dan toepassing en integratie van de leerstof centraal. Dit zijn zaken die niet vanzelf gaan. Hiervoor zijn uitgewerkte voorbeelden nodig. Door veel oefeningen en oplossingen beschikbaar te stellen, bied je leerlingen vele oefenkansen. Ervan uitgaan dat het geven van materiaal het denken beperkt, is volgens ons een denkwijze die gericht is op reproductie van vakinhouden, eerder dan op het diepgaand leren van leerlingen.

Wat zijn jouw ervaringen?

Wat zou jouw ervaringen met leerlingen actief laten werken met voorbeelden en het al dan niet kopiëren van de voorbeelden? Laat het ons weten.