In het Calvijncollege in Goes willen ze feedback hoog op de agenda zetten. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Ons boek werd hun onderwijsboek van de maand in maart. Collega Jan Karkdijk las het boek en schreef er onderstaande recensie over. Een mooie aanmoediging om het te gaan lezen, werd er intern gecommuniceerd. Dat vinden wij ook. Blij dus dat we deze recensie kunnen delen. Je kan de recensie hieronder lezen.
De recensie van Jan Karkdijk
Dit cursusjaar is mijn 34e jaar in het onderwijs. “Als u alles wist, zou u dan weer leraar worden?” vroeg een leerling onlangs. Mijn antwoord was dat ik, alles wetend wat er aan tegenslagen en hoogtepunten zou komen, ik inderdaad weer zou kiezen voor dit beroep. Omdat omgang met pubers érg leuk is, maar ook omdat er in dit beroep steeds weer zoveel te leren en te ontwikkelen valt. Ook na 34 jaar lesgeven is er altijd weer groeiperspectief. Niet omdat het nooit genoeg is wat je doet, maar omdat er veel te leren is dat waardevol is voor je les, voor je leerlingen en voor jezelf.
Ik ben nogal een klassieke en eenvoudige leraar, dus ik dacht: feedback dat doe ik wel.
Dat laatste bedacht ik doen ik het boek “Feedback in de klas, verborgen leerkansen” van Vanhoof & Speltincx (2021) las. Een boek over een op leren gerichte feedbackcultuur, in de klas maar ook in de school. Ik ben nogal een klassieke en eenvoudige leraar, dus ik dacht: feedback dat doe ik wel. Ik bespreek toetsen altijd na, leg aan leerlingen altijd uit waarom ik tot een score gekomen ben voor een werkstuk en geef ook duidelijk aan wat beter zou kunnen een volgende keer. Maar dat is feedback als eindpunt, als eenrichtingsverkeer. En daar gaat dit boek dus niet over, want het leidt niet tot leren. Al helemaal niet als leerlingen ook het cijfer al hebben. Oh.
Feedback die tot leren leidt, is volgens dit boek feedback als proces, als gesprek, als middel om leren te stimuleren en te ondersteunen. Feedback gericht op: wat is je volgende stap? Als je dat wilt, feedback gebruiken zodat je leerlingen tot leren komen, kun je in dit boek prima handvatten vinden hoe dat te doen. Twee uitgangspunten komen steeds terug: 1) de leerling leert het hardst en 2) de verantwoordelijkheid ligt bij de leerling. Dat zijn aansprekende uitgangspunten, toch? Het zweet op de juiste ruggen. Het boek geeft aan dat voortdurende feedback gericht op leren dit kan bereiken, dat leerlingen al meer verantwoordelijkheid leren nemen voor het eigen leerproces. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar het boek is wat mij betreft overtuigend en heel instructief daarin.
Hoe kom je tot feedback die doet leren? In de eerste plaats moet je zorgen dat je heldere kwaliteitsverwachtingen met je leerlingen deelt. Niet alleen je rubric of correctiemodel voor een opdracht aan hen geven, maar hierover in gesprek gaan, goede en slechte voorbeelden laten zien en (laten) bespreken, zodat jouw kwaliteitscriteria helder zijn voor de leerlingen. Als die dan helder zijn en de leerlingen aan aan het werk, zijn er vijf stappen om gaandeweg het proces feedback z’n werk te laten doen (dus niet op het einde van de rit).
Vijf stappen om feedback z’n werk te laten doen worden helder en inspirerend besproken.
Deze stappen worden helder en inspirerend besproken in het vierde hoofdstuk van het boek. De stappen gaan uit van feedback gericht op de taak, het proces, zodat de leerling meer inzicht krijgt in zijn werk in relatie tot de kwaliteitseisen en weet de volgende stap tot verbetering te zetten. Feedback gericht op steeds meer zelfsturing. Die hoeft niet altijd door de docent te worden gegeven, want een leerling kan zichzelf ook van feedback voorzien of leerlingen kunnen elkaar feedback geven.
Het laatste hoofdstuk van het boek bespreekt een op leren gerichte feedbackcultuur op schoolniveau. Niet alleen in de klas, maar ook onder elkaar, als collega’s. Feedback bij elkaar halen, bijvoorbeeld door iemand uit te nodigen in je les met een gerichte vraag, of samen iets uitproberen waarbij je bij elkaar in de klas kijkt. Zo’n cultuur is open, transparant en gericht op leren, op ervaringen delen met elkaar, op elkaar helpen.
Dit boek heb ik ervaren als heel inspirerend, voor mij een eye-opener in meerdere opzichten. Ik zei al, er is altijd groeiperspectief, ook na tientallen jaren voor de klas te hebben gestaan. Ik weet dat er collega’s zijn die wat dit boek aanbeveelt, al doen in de klas en dat ze er goede resultaten mee boeken, ook bij het aan het werk zetten van bijvoorbeeld havoleerlingen die hooguit voor een cijfer nog iets willen doen. Ik heb het gezien. Dat wil ik ook leren. Graag ook van hen. Nodig me uit.
Jan Karkdijk, teamleider havo en docent aardrijkskunde – Calvijncollege, Goes NL, locatie Klein Frankrijk